hansenjudith.reismee.nl

Zuid en midden Laos, een luilekkerland.

Hallo reismeegenootjes,

Na onze jungle avonturen zijn we naar Laos gegaan, de grensovergang was er eentje uit de categorie 'werkverschaffing' de ambtenaren hadden het drukker met jeu de boules spelen dan met de afhandeling van onze stempeltjes en onze baggage en paspoorten zijn niet eens gecontroleerd. Dit was al een voorteken van de gemoedelijke relaxte sfeer voor de rest van het land.

Onze eerste stop was Don Det, dit is een van 4000 eilanden in het gelijknamige gebied, een echt backpackersoord met goedkope hostels en nog goedkoper bier. Hier hebben we de omringende eilanden met enkele watervallen op de fiets verkend. De volgende stop was Pakse, een voor Laotiaanse begrippen een middelgrote stad, op ons maakte het meer de indruk van een slaperig dorpje. Dit heeft wellicht te maken dat Laos zo niet het Azie is wat we de afgelopen maanden hebben gezien. We waren inmiddels redelijk getraind in het omzeilen van opdringerige tuktuk- en taxichaufeurs, proppers voor hotels en andere goedbedoelde dingen wisten we aardig te negeren, maar hier in Laos moet je iedereen wakker maken als je wat wilt. De tuktukdrivers moet je uit hun hammock kloppen en na een hoop gesteun brengen ze hun rijdende orgels tot leven. Op de markt kan je rustig rondlopen zonder dat je aangeklampt wordt en er tot tranen toe gesmeekt wordt iets te kopen, nee ook hier moet jezelf de mensen activeren tot het verkopen van goederen. De eerste paar keer was dit even wennen en nu is het een genot.

Vanuit Pakse hebben we de omgeving op de motor verkend en wederom een waterval (daar hebben ze er hier genoeg van) bekeken. Nadat we wederom ( inmiddels reeds meer dan 100 keer gedaan) de Mekong waren overgestoken naar Champassak, hier staat nog een zeer aardige tempel, Wat Phu, welke dateerd uit dezelfde periode als de Angkor tempels in Siem Reap (Cambodia).en ook indezelfde stijl is opgestrokken, zo kregen we een beetje het idee hoe groot het Kkmerrijk ooit is geweest. Na een stoffig dagje op de motor hebben we de bus genomen naar Tat Lo, dit dorpje ligt op het Bolaven plateau, de hoogvlakte van zuid Laos. Hier hebben we gewandeld en enkele minderheids dorpjes bezocht. Nu zijn we inmiddels al wat verwend op het gebied van natuur en lokale dorpjes en maakte dit nu niet echt meer indruk op ons. Gelukkig waren er hier ook weer watervallen en konden we het stof weer lekker van ons af spoelen onder het kletterende water.

Een volle dag in verschillende bussen, een overnachting in Tha Kehk, een rit in een overladen open-vrachtwagentje met mensen en dieren bracht ons de volgende dag in Ban Na Hin. Wederom een slaperig dorpje, maar met een echt Italiaans restaurant. Dit was het gevolg van Italiaanse expat echtgenote welke uit verveling maar een restaurant was begonnen. Wij waren een van de eerste gasten. Het eten was heerlijk, een aangename afwisseling van ons dagelijkse voedsel. Naast lekker eten kan je hier een grottenstelsel van 7,5 kilometer lengte per bootje bezoeken, dit was een erg leuke tocht in het donker met spooky verlichting.

Na deze ondergrondse avonturen zijn we in de hoofdstad beland, waarbij het woord stad weer voor dorp kan worden vervangen. Er is weinig verkeer en alles gaat in het gebruikelijke Laotiaanse tempo. Het enige wat opvalt is dat er net als in Cambodja een aardige groep VN-hulporganisaties vertegenwoordigd zijn en net als in het buurland rijden ze allemaal in veel te grote nieuwe Lexus terreinwagens en worden hun werkzaamheden vanuit grote nieuwe gebouwen gecoordineerd. We willen niet negatief overkomen maar in Laos en zeker in Cambodja hebben we veel 'goedbedoelde' initiatieven gezien welke de plank volledig misslaan. Vientiane is waarschijnlijk de meest rustige hoofdstad ter wereld en het is hier dan ook zeker goed vertoeven, op naar het noorden van dit luilekkerland.

Groeten,

Judith & Hans

" Cambodian snow" en zweet.

Hallo allemaal,

Inmiddels hebben we ook Cambodja alweer verlaten en ingeruild voor Laos.

Maar voordat we zover waren hebben eerst nog de Irrawady dolfijnen in de Mekong bekenen.

Deze dolfijnen leven alleen hier in de Mekong,op enkele plaatsenin de buurt van Kratie en net over de grens met Laos. Deze met uitsterven bedreigde dolfijnensoort heeft geen neus zoals Flipper maar heeft wat meer weg van een kleine potvis. Dat was bijzonder om te zien, alleen fototechnisch is het allemaal wat lastig aangezien ze niet springen.

Na onze stop in Kratie zijn we doorgereisd naar de Cambodiaanse provincie Ratanakiri. Hier kan je nog een stuk primaire jungle ontdekken,wat we uiterraard gedaan hebben.

's Ochtends om 8.00 uur moesten we ons meldenen hebbenwe onze spullen die we nodig hadden in twee kleinere rugzakken gepropt en elk 3 liter water. Onder onze rugzakken hing een hangmat met geintegreerd muskietennet. Nu konden we eindelijk op pad, eerst moesten we nog 1,5 uur met de auto over de rode stofwegen (Cambodian snow)naar de rivier waar we vervolgens in een 'longtail' boot (lange smalle boot) ook nog een uur hebben gevaren om uiteindelijk in een klein dorpje aan te komen. De mensen hier leven met en in de natuur. Ze geloven in geesten en doen aan voorouderverering, dit bepaald hun hele leven.

Het was echt kijken en bekeken worden want deze mensen hadden amper westerlingen gezien in hun leven. In dit dorp zouden wij en onze gids de ranger ontmoeten die ons door de jungle zou loodsen. En inderdaad daar was onze ranger, een klein pezig mannetje van 49 jaar, met een enorm manchete in zijn hand. Hij kon geen engels, dus via de gids werd er wat over en weer vertaald. Nu de eerste contacten waren gelegd werden de mensen in het dorp ook wat vrijer naar ons toe en werden we, voordat we de jungle in gingen, uitgenodigd om de locale rijstwijn te komen drinken bij de mensen thuis. We kregen een grotekruik van aardewerk voor onze neus met daarin twee grote rietstengels die dienst deden als rietje. Na onze alcoholische versnapering, wat eigenlijk best lekker was, kon de tocht beginnen.

Met de rangeren z'n manchete voorop en de gids als laatste hebben we de eerste dag nog 5 uur gelopen door de jungle. Na een geweldige tocht waarbij het zweet echt overal vandaan kwam, kwamen we aan bij een kleine rivier met waterval.Hier gingen we ons installeren voor het avondeten en de nacht. Dus als eerste moesten we met een net vissen gaan vangen in de rivier, water uit de rivier koken om de volgende dag te kunnen gebruiken als drinkwater en de groenten snijden (die hadden we natuurlijk meegenomen

Wink
). Onderweg hadden we ooknog eieren gevonden van hagedissen die we hebben gekookt en opgegeten. Dat klinkt raar maar het smaakt gewoon als een kippenei. Onze visvangst viel wat tegen, slechts twee visjes,dus hebben we het net in de rivier laten hangen zodat we gedurende de nacht nog wat konden vangen voor de volgende dag. Na onze maaltijd hebben we lekker gezwommen en zijn we onze hangmat ingekropen. Dat klinkt erg leuk, maar in werkelijkheid doe je geen oog dicht! Je ligt als een banaan met of je voeten te hoog of je hoofd te hoog. Wij zijn ook niks gewend wat dat betreft.

De volgende ochtend hebben we ontbeten, alles weer op onze rug gebonden en hebben we 7 uur gelopen door de jungle. Tijdens deze trekking heeft onze ranger het een en ander verteld over geneeskrachtige planten en hoe je aan water komt in de jungle als je geen rivier voor handen hebt. Onze ranger pakte zijn manchet en hakte een tak uit een boom. Hield deze tak rechtop in de lucht met zijn mond eronder en inderdaad er stroomde gewoon water uit.... Dat hebben wij natuurlijk ook geprobeerd en het smaakte prima,indrukwekkend!Deze mensen halen echt alles uit de natuur, alleen iets tegen malaria hebben ze niet gevonden want elk jaar sterven in dit dorp nog mensen aan malaria.

Na deze 7 uur kwamen we aan bij eenleegstaand huis bijwat rijstvelden.Als eerste natuurlijkhout zoeken, een vuurtje maken en water uit de waterputhalen.Tussen de varkens die hier rondlopen hebben we weer lekker gegeten en zijn we weer vroeg gaan slapen, dit keer gelukkig inhet huis. Op de hardhouten vloer, maar dat is altijd beter dan zo'n hangmat!De volgende ochtend vroeg bleken we gezelschap tehebben gekregen van een lokale jager. Hij was net teruggekomen van een nachtje jagen in het bos en kwam even bijkletsen met onze ranger. Deze mensen jagen nog met zelfgemaakte kruisbogen en de bijbehorende pijlen (soms met gif op de pijlpunt ). Ondanks dat hij de hele nacht had gejaagd was de opbrengst niet groot, een rat en een of ander dier wat op een aapje leek.Vervolgens hebben we die dag niet veel meer gelopen maar hebben we wat tijd doorgebracht in het dorp en hebben we nog een waterval bezocht.We zijn nooit lid geweest van de scouting, maar die schade hebben we nu ruimschoots ingehaald.

We zijn erg blij dat we dit nu konden doen want dit gebied wordt erstig bedreigd doorde ontbossing die hier grootschalig plaatsvindt. De vietnamezengaan hier een weg aanleggen, maar in ruil daarvoormogen ze vele hectares jungle ontbossen.........

Van Phnom Penh langs de kust naar Siem Reap

Daar zijn we weer met een zomerse update,

Phnom Penh hebben we lekker op ons gemak kunnen verkennen, onze paspoorten waren voor4 nachtjes uit logeren bij de ambasade van Laos en zonder paspoort kun je ook in Cambodja niet reizen. Het gaf ons de gelegenheid om lekker rustig op de fietsalles te verkennen. Zonder meer hebben de Killingfields en de S-21 prison de meeste indruk op ons gemaakt, hier hebben we een indruk gekregen hoezeer de mensen hebben geleden ende dood hebben gevondenonder hetabsurde bewind van Pol Pot. De Khmer Rouge is pas definitiefvan het toneel verdwenenhalverwege de jaren 90, vanaf die tijd is men het land met veel buitenlandse steun opnieuw gaan opbouwen. Het is echt verbazingwekkend dat iedereen zo positief over de toekomst is en men heeft eenontzettende doorzettingsvermogen.

Nadat we onze visa voor Laos hadden gekregen hebben we de bus naar Kep gepakt, dit is een klein oud vissersdorpje in het zuiden van het land.Op een of andere manier hadden we in dehoofdstad een voedselvergiftiging opgelopen, Judith had er na het eten al direct last van en bij mij openbaarde het zich pastwee dagen later, maar dan wel een paar tandjes heftiger, maar na twee dagen was ik weer helemaal de oude. Vanuit Kep zijn we naar Sihanoukville,de badplaats van Cambodja vertrokken. Vlak bij het strand, aan de rustige kant van de stad hebben we een eigen hutje voor drie dagen bewoond. Naar mate je langer weg bent vervagen ook steeds meer je westerse idee van hygiΓ«ne. Als we in de eerstedrie maanden een lokatie als deze waren tegen gekomen hadden wehier nooitgeslapen en nuvonden we het beide wel prima, zo half in de jungle tussen alle (huis)dieren. Sihanoukville is hard opweg een mondaine badplaats te worden, met veel strandtenten, hotels en andere westerse voorzieningen. Deze faciliteiten trekken ook een hele grote groep 'santa's'(oude westerse mannen met dikke buiken, die het voorzien hebben op de prostitutie, vaak jonge meisjes/jongens). Heel triest, ondanks dat de overheid propageerd dat men er wat aan doet, is de verleiding van de steekpenning al voldoende om alles te gedogen.

Vlakbij de stad is een National Park welke we bezocht hebben en er een mangrove trekking hebben gedaan. In dit park leven op een paar eilandjes nog enkele traditionele nomadevissersfamilies, zij hebben via westerse particuliere initiatieven een schooltje gekregen, alleen het is dan wel weer erg jammer om te zien en te horen dat er naast het onderwijs ook het christelijke geloof wordt opgedrongen. Waarommoet je inruil voor onderwijs je eigenIslam (dit visservolk is een islamitische minderheid uit Maleisie)enSjamaanisme opgeven. Omdat in de omgeving en in de stad is niet veel te beleven is, hebben we lekker een dagje strand gedaan alvorens weer verder te gaan.

De reis naar Battambang was er eentje van 12 uur in diverse bussen. Halverwege bleek dat bij de transferbus onze plekken waren overgeboekt, maar geen enkel punt, na twee uur zittenin het gangpad komt er vanzelf wel weer een stoel vrij. Onderweg hebben we wel gezellig met een monnik zitten praten, deze leven van de giften enhij kreeg gedurende de reis van allerlei mensenvoedsel en drinken toegestopt en moest af en toe gebeden aannemen. Een monnik heeft formeel geen bezit, maar deze beschikte net als zovelen wel over een mobieltje. Nadat we onze baggage uit de bus hadden getrokken was er direct een penetrante vislucht te ruiken en jawel hoor, tijdens de hobbelige rit was er waarschijnlijk iets van vislijkensap over onze rugzakjes gelopen en konden we eerst onze tassen gaan schoonmaken en laten luchten. Dit zijn echt klusjes waar je op zit te wachten na 12 uur in de bus

Yell
. De stad Battambang zelf is een koloniale stad met nog een aantal aardige overblijfsels uit de franse tijd, maar de omgeving en het plattelandis nog veel mooier. Deze hebben we samen met het neefje van onze guesthouse eigenaar op motoren verkend. We hebben mooie pagodes en oude tempels gezien, allen wederom met hun eigen afschuwelijke verhalen uit de tijd van de rode Khmer. De tocht voerdeons langs alleen maar onverharde dieprode zand en modderwegen met als gevolg dat we aan het eind van de dag een halve kuub stofin onze longen hadden.

We hebben inmiddels al heel veel verschillende manieren van vervoer ontdekt en ondervonden maar tot aan hier was een 'bamboo train'onbekend voor ons, maar wel een mooi voorbeeld van de creativiteit van de Cambodjanen. Het idee is heel simpel, twee assen en een bamboe plank om op te zitten (zie de foto's) een kleine motor omeen as aan te drijvenen vervolgens stuiter je over de spoorlijn. Als er een echte trein aankomt ben je binnen 30 seconden van het spoor af en daarna bouw je het voertuig weer op, dit zelfde doe je ook bij tegenliggers, waarbij de ongeschreven regel is dat de minst beladen 'trein' het spoor moet ruimen.

Na een aantal bussen te hebben genomen leek het ons wel weer eens leuk om een relaxed boottochtje te gaan ondernemen. De tocht begon al voor zonsopkomst 6 uur, vanaf het water wordt het harde Cambodjaanse leven aan ons getoond, deze mensen hebben echt helemaal niets, alleen een bootje en wat golfplaten om in het regenseizoen beschutting te bieden. Door de lage waterstand en de vele bochten begon de tocht op een flipperkastactie te lijken, de schipper voer regematig in de walkant omhoog om daarna weer af te duwen, anders was het niet mogelijk om te manoevreren in watertjes die op sommige plekken amper twee meter breed waren. De tocht was prachtig, een en al natuurgebied waar we doorheen voeren en de meest gekke dieren er tussen. Uiteindelijk kwamen we aan het einde van de middag aan in Siem Reap, de stad van de Angkor Tempels. Om de tempels optimaal teontdekken hebben we een driedaagse toegangspas aangeschaft en twee stalen rossen, zodat we lekker in ons eigen tempo de wondere wereld konden gaan verkennen. We moeten zeggen in eerste instantie dachten we 'is dit het nou', maar naar mate de dag en dagen ontdekten we wel de magische schoonheid van deze inmense beschaving. Tot onze verrassing wemelde het hier ineens weer van de Chinezen en hun eigenaardigheden waren ze nog niet verleerd, zodat ik er weer eentje onder mijn fiets had liggen,bovendien hebben zenog steeds de conditie van een stacaracan want hijgen doen ze bij iedere poot die getrokken wordt. De derde dag hebben we een vroegere tempel groep van voor de Angkorperiode ver buiten Siem Reap bezocht en deze keer hebben we ons de luxe van een auto gegund, alleen maar omdat deze goedkoper wasdan een tuktuk,onderhandelen is een levensbehoefte geworden.Het was voor het eerst dat het in een plaats niet mogelijk was om zelf een motor te huren, wel met chauffeur, maar witneuzen mogen niet alleen op pad. Opzich is hier wel wat voor te zeggen als je ziet hoeveel mensenfinancieel afhankelijk zijn van de taximarkt van en naar de uitgestrekte tempelcomplexen.Morgen gaan we verder naar Kratie inhet noordoosten van Cambodja.

Groeten,

Judith & Hans

Door de machtige Mekongdelta en stroomopwaarts naar Phnom Penh

Hallo allemaal,

Vanuit het hectische Saigon hebben we een andere hectiek opgezocht, namelijk die van de Mekongdelta. Dit is een wereld opzich welke bijna geheel selfsupporting is. De delta bestaat uitvele eilandjes met kleine waterstroompjes tot een aantal zeer brede uitmondingen van de Mekong rivier welke inTibet ontspringt en hier in Vietnamin de zee uitmondt.Met de lokale bus zijn we vanuit Saigon naar het kleine dorpje Ben Tre gegaan, dit dorpje heeft een levendige markt en er worden veel kokosnoten verladen, dit gebeurt gewoon lekker met het handje en noot voor noot. Vervolgens zijn we naarVinh Longgegaan en zijn hier op een lokaal bootje gesprongen en de eilandjeswereld ingegaan. Onderweg kwamen we kleine drijvende vissersdorpjes en markten tegen. Op een van die eilandjes hebben we in een traditionele Mekonghut de nacht doorgebracht.

Het was al weer een paar dagen gelden dat we op de motor hadden gezeten en konden het aanbod om onze tocht op de motor te vervolgen niet laten gaan.Zo zijn wedus weer met onze rugzak achterop de motoren geklommen om een mooie tocht te maken door de delta en de inmense rijstvelden die daar tussen liggen. Als je de tropische vegetatie weglaat enereen paar koeien bijdenkt is het net een Nederlands landschap.

Aan het einde van de dag zijn we in Can Tho gearriveerd, deze stad is het kloppende hart van de delta en dus ook behoorlijk toeristisch. Gelukkig hebben ze in toerischische plaatsen ook avondmarkten waar je heerlijk tussen de lokals kan eten. Ons voedselpatroon is in de laatste maanden wel wat anders geworden. Thuis keek je naar houdbaarheidsdata en was metname Hans af en toe wel een kritische eter, maar inmiddels eten we bijna alles. Zwarte cobra is gewoon lekker en garnalen zo groot als Mechelse puppy's zijn heerlijk, qua groentes etc.zijn webijna giraffes geworden, we eten van de kruiden niet alleen de blaadjes maar ook alde takjes, deze zijn erg lekker in de pho (noodlesoep) wat we meestal als ontbijt nemen.

Vlak bij Can Tho is de grootste drijvende markt van de delta, deze heben we dan ook bij zonsopkomst met een bootje bezocht. De markt is een grote (water)mierenhoop van kleine en wat grotere bootjes waarop de handelswaren worden aangeboden, dit alles onder luid geschreeuw en getoeterom de potentiele klanten te lokken. De bedrijvigheid hier was heel anders dan dat we in het noorden en in China hadden gezien.

Onze laatste stopplaats in het loempialand (deze waren keer op keer een traktatie) wasChau Doc, vanuit dit rustige dorpje gaan bootjes naar Phnom Penh de hoofdstad van Cambodja. Natuurlijk waren we niet de enige witneusjes die dit bedacht hadden en was het in dit dorpje een weerzien met een aantal oude bekenden. In Vietnam kwamen we regelmatig bekenden tegen, opzich niet echt verwonderlijk in een langgerekt en smal land, men reist van noord naar zuid of visaversa. Het weerzien is altijd leuk enje wisselt weer verhalen enervaringen uit.

De tocht naar Cambodja hebben wemet een toeristenboot gedaan, voor het eerst in Vietnam dat deze goedkoper was danhet lokale alternatief, de lokals gaan waarschijnlijk niet naar Cambodja.Onderweg waren er zowaar nog een aantal excursies inclusief, welke best leuk waren. De grenspost met Cambodja was de meest relaxte bordercrossing tot nog toe, gewoon rustig in een drijvend restaurant wachten tot de formaliteiten afgerond zijn. Al die rust, voor maar twee dollar extra visakosten, zelfs onze bagage werd van de Vietnamese boot naar de Cambodjaanse boot gedragen. Eenmaal in Cambodjaanse wateren is er wel direct een groot verschil in levensstandaard zichtbaar. Tevens is de religie weer erg zichtbaar in het landschap, grote mooieboedistische tempelcomplexen staan op de meest gekke plaatsen. Het laatste stukje van de tocht naar de hoofdstad hebben we met een klein busje afgelegd. Wat vooraf niemand verwachte, lukte het de chauffeur toch omal onze bagage en 16 personen in een mini Toyotabusje te prakken. Na een uurtje zweten en wat minder ademhalen waren we dan toch in Phnom Penh gearriveerd.

Groeten,

Hans & Judith

Onze eerste "werkweek" in 2010

Hallo allemaal,

Net als jullie hebben wij ook onze eerste 'werkweek' van het nieuwe jaar alweer achter de rug. Het heeft ons inmiddels tot Ho Chi Minh City (Saigon) gebracht. Wij hebben gelukkig niet te kampen met uitvallende treinen en bussen ten gevolge van een beetje sneeuwof een chronisch tekort aan strooizout, al deze winterse ongegemakken blijven ons bespaard bij dagtemperaturen van 33 graden en iets lagere nachttemperaturen, is bij ons nog niet echt sprake van elfstedenkoorts.

Het vuurwerk voorde jaarwisseling was door de Vietnamezen goed opgeborgen en zorgvuldig bewaard voor hun eigen viering van het nieuwe jaar, begin februari. Er was dan ook geen enkel vuurwerk te bewonderen en het was een zeer rustige jaarwisseling voor ons in Hue. Vanuit deze plaats zijn we met motor naar Hoi An gegaan, dit was voor ons een nieuwe manier van verplaatsen maar zeer de moeite waard. Je zit namelijk met je bagage en de bestuurder op de motor en onderweg kan je stoppen waar en waneer je wilt. De tocht waserg mooi en we hebben een hoop gezien onderweg. Dit was leuk voor een dagje, maar na 10uur wordenje billen en je rug worden er niet echt knapper van. De volgende dag hebben we dan ook heerlijk gerelaxed en weinig gedaan op het strand, de eerste echte luierdag na bijna 4 maanden

Cool
.

Hoi An is een erg toeristisch plaatsje wat nog een beetje doet denken aan de tijd van de Franse kolonisatie.Doordat dit dorpje volledig op het toerisme draait (net als Sa Pa)is het voor ons witneusjes dus ook niet mogelijk om een lokaal bus- of treinkaartje te boeken, je bent aangewezen op een van de boekingskantoren langs de straat of in de hotels. De Vietnamese werkelijkheid is dan dat iedereen een andere prijs (en de verschillen waren heel groot)voor de bus heeft betaald en met andere aankomsttijden onderweg is, terwijl we gezellig met zijn allen indezelfde bus zitten enniemand weet hoe laat we waar zullen komen.

Na een busritje van 18 uur kwamen wij aan in Mui Ne, ditrustige oude vissersdorpje was een aangename tussenstop in het warmer wordende klimaat. Hier hebben we een motortochtje gemaakt naar witte- en rodezandduinen welke hier in de omgeving liggen. Na dit rustigedorpje hadden we weer eens zin in wat leven in de brouwerij, nergens in Vietnam is het drukker en levediger dan in de meer dan 8 miljoen inwonerstellende Ho Chi Minh City, het oude Saigon.

Hier kan je niet om de 'War' heen, deze leeft hier nog volop in de musea en in de souveniershops. We hebben een indrukwekkende fototentoonstelling gezienmet alssaillant detail dat voorafgaand aan de fotoseries een passage uit de Amerikaanse grondwet hangt welke memoreerd, dat ieder mens gelijk is en recht heeft op een menswaardig bestaan. Vandaag hebben we het tunnelcomplex van Cu Chi bezocht, dit geeft erg goed weer hoe hard het bestaan in de ondergrondse tunnelnetwerken rondom Saigon was. Onze gids kon het even niet laten ommet enige trots een hele collectie boodytraps tedemonstreren. Op zich wel humor natuurlijk maar dit waren echt vreselijke marteltuigen welke je niemand gunt.

Morgen trekken we verder de Mekongdelta in en voorlopig hebben we hier nog geen ijsbrekers nodig, zodat er weinig vertragingen zullen zijn.

Op de solex door noord Vietnam

Sin cao,

Het is ons eindelijk gelukt om van het Chinese Ni hao af te komen en hebben nu de vietnamese begroeting onder de knie.

Om de kerstdagen in het megadrukke Hanoi door te brengen leek ons niet echt een geslaagd plan, dus hebben we de bus gepakt naar Mai Cao.Echteronzebuspilootwas dolenthousiast aan het rijden en toeteren dat bij ons vergat uit te laten stappen, zelf hadden we het een kilometertje of 10 later in de gaten, maar de beste man kon niet keren op de bergpas en werden de twee witneusjes langs de kant van de weg gedropt. Nu is in Vietnam de motor vervoermiddel uno en duurde het ook niet lang voordat we een lift konden krijgen naar onze bestemming. We hebben overnacht in een traditioneel huis op palen welke midden tussen de rijstvelden stond. De volgende dag hebben we de prachtige omgeving verkend op een Vietnamees fietsje, tot op heden waren we in China echt verwend met de rentalbikes, deze twee stalen rossen hadden danook een zware dag met ons.

Na een dag in de natuur konden we ons weer opmaken voor een bustripje, dit nadat we eerst weer een lift op een motor hadden genomen belanden we zonder problemen in Son La. Omdat fietsen niet echt succesvol was hebben we hier gewandeld tussen de koffieplantages en kleine dorpjes waar vele minderheden nogeen heerlijk ongehaast leven leiden.Ondanks de prachtige omgeving besloten we tochons kerstgevoel te laten opkomen in het veel meer toeristische Sa Pa.Om een beetje in de stemming voor een kerstdiner te komenhebben we de lokalekipspecialiteit geprobeerd, 1compleet gekookte kip met alles erin en eraan, dit geheel in 10 stukken gehakt ensmullen maar!!!!!!na twee keer slikken heeft de trek het toch weer gewonnen en onze maag heeft het ook allemaal weer netjes verwerkt.

De bustrip van Son La naar Sa Pa was een fantastische rit door de bergen met overtocht per veerboot en langs wegen welke er somsniet waren. Het mooie van het nemen van lokaal vervoer is dat het 'busje' (deze reed al rond toen wij nog een dagtaakhadden aan luiersvullen)waar je inzit tevens dienst doet als vrachtwagen en koeriersdienst. Dus het ene moment zit je naast een oude vrouw in klederdracht en een half uur later staat er een mand met eenden naast je te snateren. Na een tocht van 11 uur kwamen we redelijk gebroken en verkleumd, ik had namelijk het enige nogwerkende raampje ook gesloopt zodat deze alleen maar open kon blijven staan, aan in Sa Pa. Doordat dit is wel een heel erg witneusjes dorp is konden we een bijna westers kerstdiner nuttigen voor belachelijke vietnameese prijzen, maar de omgeving vergoed alles. Deze hebben we dan ook cruisend op onze gehuurde motor verkend, al leenden sommige stukkend zich iets minder voor een relaxed ritje, paden met modderstromen en veel keien deden meer aan een etappe van Parijs-Dakar denken maar dat mocht de pretvan onze 'kouwe klauwentocht' niet drukken.

Een ander landschappelijk hoogstandje van Noord Vietnam is het karstgebergte voor de kust van Ha Long en op en rondom het eiland Cat Ba, omdat de meeste mensen naar Ha long gaan, kozen wij om via een alternatieve weg naar Cat Ba te gaan. Theoretisch is dit natuurlijk leuk maar de Vietnamese werkelijkheid was aanmerkelijk duurder. Uiteindelijk (bus, trein, taxi, bus, motor, boot en bus)zijn we op Cat Ba beland en de omgeving is iedere teveel betaalde dong inmiddels wel waard. Een boottochtje met kayakken en snorkelen was voor mij een ideale dag om van mijn opgelopenkatertje af te komen. De volgende dag hebben we weer een gemotoriseerde fiets gehuurd en de rest van het eiland onveilig gemaakt.

Morgen gaan we opzoek naar het echte warme weer, want we zitten hier in een prachtige idylische omgeving maar met snerttemperaturen en de zon probeert zich de hele dag achter de wolken te verstoppen. We gaan hetnoorden verlaten en op naar het zuiden om daar hopelijk voor definitief onze langebroek in de rugzak te kunnen laten verdwijnen. Als alles volgens plan verloopt gaan we in Hue het vuurwerk ontsteken en toosten op het nieuwe jaar. We wensen jullie allemaal ook een gezellig jaarwisseling.

Fijne feestdagen

Beste reismeegenootjes,

Iedereen noghartelijk bedankt voor de vele kerstwensen en e-cards. Vanuit een bijna zonnig Vietnam willen we jullie allemaal prettige kerstdagen en bovenal een gezond 2010 toewensen.

In het gezellig drukke Hanoi is het ons gelukt om een gezellig kerstkiekje te schieten (zie foto's) Vietnam is weer zo anders dan China, meer Aziatisch en dus lekker rommelig en ongeorganiseerd. Het is voor ons even wennen aan de taal en het geld maar we voelen ons na een paar dagen al helemaal thuis in dit land met heerlijk eten en wederom erg vriendelijke en gastvrijemensen. We hopen dat jullie ons ook in 2010 net zo enthousiast volgen met reactiesals hetafgelopen jaar

Cool
!!!!!!!!!!!!

Reisgroeten van,

Judith(die erg trots is op haar leuke staartjes)en Hans

Op naar de verse loempia's

Morgen gaan we na twee maanden het grote land van chairman Mao weer verlaten. Vietnam en de verse loempia's liggen op ons te wachten.

Via Kunming zijn we oostwaarts gegaan naar Guilin en Yangshou, deze hoek van zuid china staat bekend om zijn karstgebergte en terraslandschappen, van rijstvelden en tropische vegetatie. Helaas hebben we weinig van de terrassen kunnen zien, het was erg mistig dus mooie plaatjes kunnen we helaas niet tonen. Het kartsgebergte was ons beter gezind en hier hebben we dan ook twee dagen lekker tussendoor gefietst.

Vanuit Yangshou hebben we de bus genomen naar Kanton, deze stad heeft weer een heel andere sfeer dan we tot nog toe hadden meegemaakt. Het is er ergontspannen, wellicht dat de hogere temperaturen en het tropische klimaat hieraan meewerken. Echt lekker om s'avonds weer eens biertje op het terras te doen.

Nu zitten we in Nanning en zijn ons een beetje aan het inlezen over Vietnam en kijken terug op een geweldige tijd in een land met zoveel verschillen, dat het moeilijk voor is te stellen dat heteen land is. Morgen gaan we met de bus naar Hanoi, om van daaruit het noorden van Vietnam onveilig te gaan maken en de kerstdagen te gaan doorbrengen.